Terug naar Blog
De verhouding mens en AI. Wat zijn de verschillen?

De verhouding mens en AI. Wat zijn de verschillen?

Door Finn

AI mist intuïtie, fysieke ervaring en emotionele intelligentie. Het leert via patronen, maar ervaart de wereld niet zoals mensen en mist daardoor diepgaand begrip en empathie.

In de afgelopen 2.5 jaar zijn er wereldwijd veel ontwikkelingen geweest op het gebied van generatieve AI. Tegelijkertijd is het ook door het wijdere publiek een tool die veelvuldig gebruikt wordt, iets wat in de jaren voor 2022 ongebruikelijk was. Het begrip AI en het gebruik ervan bestaat al veel langer dan de generatieve modellen die menselijke taal begrijpen en 'menselijk' op kunnen reageren. Juist het laatstgenoemde is hetgeen wat de AI revolutie van de afgelopen 2 jaar heeft gedreven.

Dit is ook een centrale kwestie waarvan ik voorstel dat het van groot belang is voor de AI ontwikkelingen in de toekomst. De vraag is: 'In hoeverre ervaart men AI in de toekomst als een ander mens, met dezelfde kwaliteiten en het liefst niet met de tekortkomingen en zijn de bouwers van AI in staat om zoiets te maken?'. Maar voordat we deze vraag überhaupt kunnen beantwoorden, is het noodzakelijk om te bekijken wat ons nu een mens maakt.

Momenteel ontbreekt AI een aantal fundamentele eigenschappen en kwaliteiten die een mens wel beheerst. Dit zit voornamelijk in de volgende gebieden:

Intuïtie

Terwijl AI onderzoekers en - bedrijven nu veel ontwikkelingen aan het maken zijn in 'denkende' AI modellen, iets wat een menselijke kwaliteit representeert, ontbreekt het nog aan intuïtie. Al is daar ook weer de vraag: Wat is intuïtie dan? Om deze vraag te beantwoorden, kan je verschillende benaderingen nemen. Ten eerste, stel dezelfde vraag aan een AI model en een mens, en laat ze hun gedachte processen beschrijven. Doe dit zo'n 100x met 100 verschillende mensen en vragen en bekijk de verschillen. Op deze experimentele manier zouden er wat resultaten geboekt kunnen worden. Echter, dit onderzoek heeft nog niet daadwerkelijk plaatsgevonden

Een andere benadering is om inzichten te halen uit de huidige psychologische en neurowetenschappelijke literatuur. Hier is een duidelijke uitleg te vinden wat intuïtie is, en zelfs wat de onderliggende hersen delen hiervoor een rol in spelen. Intuïtie wordt beschreven als het volgende:

  • Een direct begrip van een situatie zonder bewust te redeneren.

  • De mogelijkheid om patronen te kunnen zien zonder na te denken.

Een duidelijke eigenschap van intuïtie is het ontbreken van een bewust gedachte proces.

Men ervaart, en heeft hierop een directe begripsvorming.

Zoals eerder genoemd, is intuïtie een eigenschap die AI modellen niet hebben. En is dat echt zo erg?

Nee, eigenlijk niet. Veelal zijn onze intuïties verkeerd, en dragen ze niet bij aan een effectief beslissingsproces.

Om tot een écht accuraat resultaat te komen zijn er langere periodes van denken nodig, al helemaal bij complexe processen.

Maar, dit betekent niet dat intuïtie nutteloos is, sterker nog: Dat is het zeker niet. Het is hoofdzakelijk effectief in situaties waar snel een beslissing gemaakt moet worden. Bijvoorbeeld: contact van mens op mens, dit gaat redelijk vlot en draagt veel nuance met zich mee, iets wat een AI model momenteel totaal niet kan inzien. Ja, je kan 'praten' met AI modellen. Maar uiteindelijk is een AI model nog steeds een gigantisch web van kleine machines die werken op statistische principes. Geef een AI model een zin met 3 woorden, en je krijgt een heel boekwerk terug. Mensen communiceren niet alleen met woorden, maar ook met lichaamstaal, intonatie en niet te vergeten: stiltes.

Fysieke ervaring van de wereld

Een andere eigenschap die AI modellen missen is een échte ervaring van de wereld. Terwijl mensen hun omgeving waarnemen via een complex samenspel van zintuigen - zicht, gehoor, tast, smaak en geur - heeft AI geen directe toegang tot deze ervaringen. In plaats daarvan is AI volledig afhankelijk van de gegevens waarmee het gevoed wordt.

Dit leidt tot een fundamenteel verschil tussen menselijke en AI-interactie met de wereld. Een kind leert bijvoorbeeld dat vuur heet is door het misschien een keer per ongeluk aan te raken en de pijn te voelen. Dit directe fysieke contact met de omgeving vormt een essentieel onderdeel van ons leerproces. AI daarentegen leert door patronen te herkennen in grote datasets, maar het mist de fysieke onderbouwing die onze ervaringen betekenis geeft.

Daarnaast speelt ruimtelijk en situationeel bewustzijn een grote rol in menselijke intelligentie. Wij navigeren moeiteloos door een drukke straat, begrijpen wanneer iemand gehaast is door de snelheid van zijn voetstappen, en kunnen subtiele veranderingen in ons lichaam opmerken die wijzen op honger of vermoeidheid. AI mist deze fysieke en situationele sensibiliteit volledig, wat een belangrijke kloof vormt tussen kunstmatige en menselijke intelligentie.

Emotionele intelligentie en empathie

Naast intuïtie en fysieke ervaring ontbreekt AI een derde fundamenteel aspect van menselijkheid: emotionele intelligentie. Mensen zijn in staat om emoties te herkennen en erop te reageren op een manier die empathisch en contextueel passend is. Dit is geen puur rationeel proces, maar een samensmelting van ervaringen, sociale conventies en hormonale reacties.

AI kan emoties simuleren door patronen te herkennen in taalgebruik en gezichtsuitdrukkingen, maar dit blijft oppervlakkig. Een mens voelt instinctief aan wanneer iemand zich ongemakkelijk of verdrietig voelt, zelfs zonder expliciete signalen. Dit komt door een diepgeworteld sociaal aanpassingsvermogen dat AI momenteel mist. Hoewel sommige bedrijven werken aan AI-modellen die emoties kunnen 'lezen', is het de vraag of dit ooit echt op een menselijke manier zal gebeuren.

De toekomst van AI en menselijkheid

Als we kijken naar de vraag: "In hoeverre ervaart men AI in de toekomst als een ander mens?", dan hangt dit grotendeels af van hoe goed AI in staat zal zijn om intuïtie, fysieke ervaring en emotionele intelligentie te simuleren. Hoewel AI de potentie heeft om steeds realistischer te communiceren en patronen in menselijke interactie te herkennen, blijft het de vraag of het ooit een volwaardig alternatief kan zijn voor menselijke aanwezigheid en ervaring.

Het streven naar steeds menselijker AI roept ook ethische en filosofische vragen op. Willen we een AI die niet van een mens te onderscheiden is? Wat betekent dat voor onze eigen identiteit en de waarde die we hechten aan menselijke interactie? En misschien nog belangrijker: hebben we AI nodig om menselijk te zijn, of juist om ons als mens te ondersteunen?

Wat vaststaat, is dat de komende jaren cruciaal zullen zijn in de ontwikkeling van AI en de manier waarop we ermee omgaan. Of AI ooit echt als menselijk ervaren zal worden, hangt af van de technologische vooruitgang, maar ook van onze perceptie en acceptatie ervan.

De verhouding mens en AI. Wat zijn de verschillen? | Chain Fill